Kyudo, (弓道 Kyūdō) wat letterlijk de weg van de boog betekent, is simpelweg Japans boogschieten. 'Kyu' staat voor boog en 'do' voor weg: de weg van de boog. Kyudo wordt ook wel eens zenboogschieten genoemd vanwege de invloed die zen heeft gehad op de ontwikkeling van Kyudo. In het verleden werd de Japanse boog, yumi, gebruikt voor de jacht, oorlog, hofceremonies, spelen en/of vaardigheidswedstrijden. Het originele woord voor Japans boogschieten was kyujutsu (boogtechniek) dat de vaardigheden en de technieken van de strijdsschutter omvatte.
Modern kyudo wordt hoofdzakelijk uitgeoefend als methode tot fysieke, morele en geestelijke ontwikkeling. Kyudo wordt dan ook vaak gezien als een 'concentratie sport' hetgeen niet helemaal juist is. Het middel voor de persoonlijke ontwikkeling is op de correcte manier kyudo te beoefenen, het raken van het doel 'komt daarbij als vanzelf' en is in eerste instantie van ondergeschikt belang.
In kyudo bestaat het totale schot uit acht fasen, de 'Hassetsu'. Deze fasen kunnen worden gezien als bouwstenen voor de opbouw van een correct schot. Als alle bouwstenen op de juiste manier worden gestapeld, zal de pijl trefzeker het doel raken. Bij kyudo is zelfdiscipline een belangrijke voorwaarde om de groei van de beoefenaar (kyudojin) te garanderen. Kyudo is een gevechtskunst waarbij de handelingen tot in het kleinste detail correct moeten worden uitgevoerd en onder leiding van een leraar wordt dan ook constant gewerkt aan de ontwikkeling van de correcte vorm en instelling.